Begroot vs Realisatie
Lasten

begroot
€ 49.106
realisatie
€ 49.171
afwijking
€ -65 0%

Begroot vs Realisatie
Baten

begroot
€ 44.894
realisatie
€ 44.834
afwijking
€ -60 0%

Inkomensondersteuning

Wat hebben wij bereikt?

Het bieden van inkomensondersteuning is een wettelijke taak. Als iemand recht heeft op een uitkering, moeten we die verstrekken. Door inkomensondersteuning maken we het mogelijk dat geld geen probleem is om deel te nemen in de maatschappij.
De indicator laat zien dat het aandeel van het Venlose bijstandsvolume ten opzichte van het landelijke bijstandsvolume is gedaald. Het Venlose bijstandsvolume heeft zicht dus gunstiger ontwikkeld dan landelijk. Dit wordt veroorzaakt door de aantrekkende economie waardoor meer mensen een baan vinden maar ook door het 'Actieplan beperken tekort BUIG'.

Indicator

JR 2015

JR 2016

2016

2017

2018

2019

Volume bijstandsbestand in verhouding tot landelijke trend

0,79

0,74

0,79

0,79

0,79

0,79

Dit percentage geeft het aandeel van het Venlose bijstandsbestand ten opzichte van het landelijke bijstandsbestand weer. De ambitie is om deze verhouding gelijk te houden, de indicator is op deze manier gekoppeld aan de landelijke ontwikkelingen.

Wat hebben wij daarvoor gedaan?

Iemand moet zo kort mogelijk van de inkomens voorziening gebruik maken. We verwachten daarom dat de inwoner iets terug doet voor de ontvangen diensten en er alles aan doet om snel mogelijk een baan te vinden of op een andere manier voldoende middelen krijgt om in zijn bestaan te voorzien. De gemeente is verantwoordelijk om de noodzakelijke faciliteiten te bieden.

Voor het betalen van de uitkering ontvangen we een budget van het Rijk, het BUIG budget. In 2016 is dit budget vastgesteld op € 43.960.764. Bij de Vorap was de verwachting dat dit budget niet toereikend zou zijn. Bij de Finrap is deze prognose in positieve zin bijgesteld. Het bijstandsvolume heeft zicht namelijk gunstiger ontwikkeld dan verwacht. Dit komt enerzijds door de economische ontwikkelingen in de regio waardoor het beroep op bijstand is afgenomen maar ook het Actieplan beperken tekort BUIG heeft zijn bijdrage geleverd. Volgens het CBS is het aantal bijstandsuitkeringen in de eerste drie kwartalen van 2016 gestegen met 2,1%. In Venlo is het bestand in dezelfde periode gedaald met 0,64%. In het laatste kwartaal is een stijging van het bestand te zien. Dit is een trend die jaarlijks terugkeert en ook landelijk te zien is. De oorzaken hiervan zijn het relatief grote aantal statushouders dat in het laatste kwartaal gehuisvest wordt en rond het einde van het jaar worden arbeidscontracten vaak niet verlengd wat effect heeft op de instroom. Dit is de belangrijkste reden dat we in 2016, ondanks de ingezette daling, te maken hebben gehad met een stijging van het bestand. Uiteindelijk is het bijstandsvolume in 2016 landelijk toegenomen met 4%, in Venlo was dit 2,3%.

De grafiek met instroom en uitstroom cijfers laat zien dat het bestand zich kenmerkt door een grote dynamiek. De instroom is hoog gebleven omdat er veel nieuwe mensen zijn die een verblijfstatus krijgen. Zij zijn vaak afhankelijk van bijstand. We merken dat de crisis nog na ijlt, er is nog steeds een grote doorstroom van werklozen vanuit de WW naar de bijstand. En de flexibilisering op de arbeidsmarkt zorgt er voor dat de werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt steeds vaker uit parttime en tijdelijk werk bestaat. Een groeiende groep heeft bijstand als aanvulling op onregelmatige en lage inkomsten.
Daarnaast is wetgeving veranderd. Er zijn sinds 2015 nieuwe groepen op de bijstand aangewezen, jonggehandicapten met arbeidsvermogen en mensen die voorheen in de sociale werkvoorziening terecht kwamen. En de WW-duur is verkort wat leidt tot een snellere doorstroom van WW naar bijstand.
De uitstroom is in een aantal maanden hoger dan de instroom. Toch is de uitstroom achter gebleven, vandaar de groei van het bestand. De bijstand zal pas dalen bij langere economische bloei omdat er veel concurrentie is van andere werkzoekenden die veelal betere papieren hebben. Ook wordt de uitstroom van ouderen vertraagd door de verhoging van de pensioenleeftijd. Daar komt bij dat werkloze ouderen minder snel werk vinden dan jongeren.

Het verloop in de bijstand vindt vooral plaats bij mensen die korter dan 3 jaar een uitkering ontvangen. Het aandeel kortdurende uitkeringen is gedaald. Daar staat tegen over dat het aantal mensen dat langdurig in de bijstand zit de afgelopen jaren is toegenomen. De opgave om mensen te laten uitstromen wordt daarmee steeds lastiger.

De resultaten van het actieplan zijn eind 2016 teruggekoppeld. Met het actieplan hebben we naast de groepsgewijze aanpak en ondernemers benadering voornamelijk ingezet op een rechtmatige verstrekking van uitkeringen. Er ontstaan nu steeds meer kansen als het gaat om een doelmatige verstrekking van uitkeringen. De economie is de afgelopen jaren aangetrokken en we zien dat het aantal vacatures groeit. Het actieplan wordt daarom bijgesteld en er wordt aangesloten bij het strategisch arbeidsmarktbeleid.

Wat heeft het gekost?

Inkomensondersteuning

bedragen x €1.000

Begroting na wijziging 2016

Rekening
2016

%

Verschil

Baten

44.894

44.834

100%

-60

Lasten

49.106

49.171

100%

-65

Saldo baten en lasten

-4.212

-4.337

103%

-125

Onttrekkingen aan reserves (baten)

Toevoegingen aan reserves (lasten)

Saldo verrekening met reserves

Totaal resultaat collegeproduct: Inkomensondersteuning

-4.212

-4.337

103%

-125

Het budget voor inkomensondersteuning wordt op grond van de verdeelsystematiek van het Rijk objectief bepaald. Volgens het model is het budget toereikend voor 2.975 uitkeringen. In werkelijkheid werden begin 2016 3.257 uitkeringen verstrekt. Vanwege de gunstige ontwikkeling van het bijstandsbestand wordt het verschil tussen het aantal uitkeringen dat we daadwerkelijk verstrekken en het aantal uitkeringen volgens het model kleiner. Landelijk is het aantal bijstandsuitkering tot en met het derde kwartaal van 2016 gestegen met 2,11%. In Venlo is het bestand in dezelfde periode gedaald met 0,64%. Deze ontwikkeling heeft er voor gezorgd dat het tekort kleiner is dan verwacht.
Aan nieuwe statushouders is in 2016 ruim € 700.000 inkomensondersteuning verstrekt. Dit bedrag maakt een onderdeel uit van het totaal bedrag dat is uitgegeven aan inkomensondersteuning. Daarnaast zijn de uitkeringen voor jongeren (voorheen UNI) ten laste gebracht van het product inkomensondersteuning. In het verleden werd een deel van de kosten van UNI-uitkeringen (rechtmatig) ten laste gebracht van het re-integratiebudget. Desondanks is het tekort kleiner dan verwacht en kleiner dan in 2015.

Producten binnen het programma

Arbeidsmarktparticipatie

begroot
€ 29.614
realisatie
€ 29.511
afwijking
€ 103 0%
begroot
€ 3.043
realisatie
€ 2.941
afwijking
€ -103 -3%

Maatschappelijke participatie

begroot
€ 0
realisatie
€ -30
afwijking
€ 30 0%
begroot
€ 0
realisatie
€ 0
afwijking
€ 0 0%

Inkomensondersteuning

begroot
€ 49.106
realisatie
€ 49.171
afwijking
€ -65 0%
begroot
€ 44.894
realisatie
€ 44.834
afwijking
€ -60 0%

Armoedebeleid

begroot
€ 8.008
realisatie
€ 8.399
afwijking
€ -391 5%
begroot
€ 74
realisatie
€ 84
afwijking
€ 10 12%