Begroot vs Realisatie
Lasten
Begroot vs Realisatie
Baten
Sociale Wijkteams
Wat hebben wij bereikt?
SOCIALE WIJKTEAMS
- In 2016 zijn ruim 5.600 individuele leefzorg plannen met inwoners opgesteld. 4,7% van onze inwoners heeft een leefzorg plan. Waar nodig, is zorg gedragen voor de levering van de afgesproken (maatwerk)voorziening. Einde 2016 zijn ca. 7.300 leefzorg plannen actief. 19% van de burgers met een leefzorg plan is jonger dan 18 jaar.
- In 84% van de leefzorg plannen is dit tijdig met de burger afgerond. Niet tijdige afronding kan ook een gevolg zijn van omstandigheden bij de burger zelf.
- De informatie naar de burger is verbeterd met name gericht op de mogelijkheid dat iemand uit netwerk/mantelzorger aanwezig kan zijn bij de gesprekken en dat onafhankelijke cliëntondersteuning beschikbaar is. Ook is er informatie over eigen bijdrage in het keukentafelgesprek.
- Inwoners die hulp hebben ontvangen van de sociale wijkteams in Venlo geven gemiddeld een 7,2 als waardering. Meer dan 85% van de klanten is tevreden over de wijze van gespreksvoering, vindt dat er voldoende tijd voor de gesprekken genomen wordt, voelt zich serieus genomen, vindt dat de afspraken nagekomen worden en is tevreden over de deskundigheid van het wijkteamlid.
UITVOERINGSTEAMS INDIVIDUELE ONDERSTEUNING
- 628 inwoners worden eind 2016 door de uitvoeringsteam ondersteund, waarvan 225 kortdurende trajecten (maximaal 3 maanden) en de rest langdurende trajecten.
- Daarnaast ontvangen nog ca. 821 klanten begeleiding individueel via een aanbieder of persoonsgebonden budget.
SAMENWERKING WIJKTEAMS MET WIJKVERPLEGING
-Aan elk wijkteam heeft in 2016 een wijkverpleegkundige deelgenomen, waardoor op casusniveau verbinding tussen medische en sociale problematiek is gemaakt.
- Er is een regionaal project verbinding van verpleging/verzorging met de wijk, met aanbieders en zorgverzekeraar opgesteld. Eind 2016 is in Tegelen een pilotonderdeel gestart. Doel is verbeterde samenwerking, afgestemde ondersteuning bij de burger en optimaal gebruik van wat er in de wijk beschikbaar is.
MAATWERKVOORZIENINGEN WMO
Het overgrote deel van de maatwerkvoorzieningen worden uitgevoerd als zorg in natura (ZIN). Zorg in natura is in 2016 voor een belangrijk deel geboden door uitvoeringsteams. Daarnaast hebben we overeenkomsten met een groot aantal aanbieders om zorg in natura te bieden.
Naast de uitvoering als zorg in natura kan de burger een persoonsgebonden budget aanvragen. Met een persoonsgebonden budget kan de burger zelf maatwerkondersteuning inkopen. Het aantal persoonsgebonden budgetten is – mede als gevolg van de veranderde aanvraagprocedure via de Sociale Verzekeringsbank – teruggelopen, van 701 begin 2016 naar 531 eind 2016; een belangrijk deel van deze cliënten krijgen nu ondersteuning in de vorm van zorg in natura.
Aantallen gebruikers maatwerkvoorzieningen:
Leefdomein | Voorziening | Aantal gebruikers per 31-12-2016 | ||
---|---|---|---|---|
Zorg in natura | Pgb | Totaal | ||
Sociale participatie | Dagbesteding | 452 | 66 | 518 |
Huishouden en pers.verzorging | Ondersteuning huishouden | 2.525 | 282 | 2.807 |
Wonen | Beschermd wonen | 284 | - | 284 |
Mobiliteit | Collectief vervoer (regiotaxi) | 5.308 2.030 | - | 5.308 2.030 |
Regie | Individuele ondersteuning (uitvoeringsteams) | 628 661 | - 157 | 628 818 |
Totaal | 13.253 | 531 | 13.784 |
(bron: monitor sociaal domein)
De gebruikers hebben in het cliënt ervaringsonderzoek Wmo aangegeven dat 80 % de ondersteuning passend en van goede kwaliteit vindt. Ook geeft 80 % aan dat de ondersteuning effectief is en bijdraagt aan zelfredzaamheid en kwaliteit van leven. 72 % geeft aan niet bekend te zijn met de mogelijkheid van cliëntondersteuning. Daar is vervolgens sterk op ingezet via communicatie en het laagdrempelig aanbieden ervan.
EIGEN BIJDRAGEN WMO
In 2016 is voor lokale maatwerkvoorzieningen Wmo € 2,5 miljoen aan eigen bijdragen geïnd door het Centraal Administratiekantoor. Dat is meer dan de in de Finrap bijgestelde raming voor 2016 van € 2 miljoen. Het verschil wordt hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt doordat in dit bedrag een behoorlijk bedrag aan naheffing over 2015 is opgenomen. Het Centraal Administratiekantoor registreert niet op welk jaar de geïnde bijdragen betrekking hebben, dus het precieze bedrag is niet te herleiden.
HUISHOUDELIJKE HULP
In 2016 hebben 2.810 mensen gebruik gemaakt van huishoudelijke hulp. Gemiddeld is 2 ¼ uur per week per cliënt geboden.
HULPMIDDELEN
In totaal zijn 2.800 hulpmiddelen in gebruik. Medipoint (de leverancier) heeft in 2016 782 hulpmiddelen geleverd (waarvan 352 nieuwe en 430 gebruikte) en heeft 3.552 reparaties uitgevoerd. Het herverstrekkingspercentage is in 2016 gemiddeld 55 %.
VAN REGIOTAXI NAAR OMNIBUZZ
In 2016 hebben 5.300 inwoners een regiotaxipas, die verkrijgbaar is na een indicatie hiervoor. Eind 2016 is het contract tussen de provincie en Véolia afgelopen. Véolia voerde zowel het openbaar vervoer (OV) al het Wmo-vervoer (Regiotaxi) uit in Limburg. Het Wmo-vervoer wordt vanaf 11 december door de gemeenschappelijke regeling Omnibuzz uitgevoerd onder de naam: Omnibuzz, Maatwerk in Vervoer. Omnibuzz wil de komende jaren het complete doelgroepenvervoer gaan uitvoeren.
MAATWERKVOORZIENINGEN JEUGD
In 2016 hebben ongeveer 3.500 jeugdigen gebruik gemaakt van jeugdhulp. Jeugdhulp kan bestaan uit begeleiding bij dyslexie tot gesloten jeugdzorg of verblijf in een behandelcentrum. Door het uitvoeringsteam gezinscoaches zijn in 2016 ongeveer 400 jeugdigen en gezinnen ondersteund bij lichte opvoedvragen. Uit het cliënt ervaringsonderzoek over 2015 komt naar voren dat gebruikers de kwaliteit van zorg als positief ervaren. Gemiddeld geven jeugdigen een 7,1 en de ouders een 7,8 voor de ontvangen hulp.
Ook kan de burger een persoonsgebonden budget aanvragen voor jeugdhulp. Het aantal persoonsgebonden budgetten is teruggelopen, mede als gevolg van de herindicaties voor overgangsklanten waardoor sommige jeugdigen zijn overgestapt naar zorg in natura.
Indicator | JR 2015 | JR 2016 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | ||||
Klanttevredenheid ten aanzien van de maatwerkondersteuning | ||||||||||
Over 2014 kunnen geen zuivere gegevens worden verstrekt omdat er sprake was van een ander stelsel (decentralisatie met ingang van 1 januari 2015). In 2016 volgt eerste meting. Daarna wordt ambitieniveau voor komende jaren bepaald. | ||||||||||